Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. uitdeling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitdeling from Dutch to Swedish

uitdeling:

uitdeling [de ~ (v)] nomen

  1. de uitdeling (uitgifte; verstrekking; uitreiking; uitgaaf; afgifte)
    distribution; utdelning; utgåva

Translation Matrix for uitdeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
distribution afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking inzetten
utdelning afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking aflevering; leverantie; levering; uitlevering; zending
utgåva afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking afdrukken; aflevering; drukken; editie; uitgave

Wiktionary Translations for uitdeling:


Cross Translation:
FromToVia
uitdeling distribution; fördelning distribution — act of distribution or being distributed
uitdeling utdelning; tilldelning distribution — anything distributed; portion; share