Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- voorstaan:
-
Wiktionary:
- voorstaan → stå för, stödja, förespråka
Dutch
Detailed Translations for voorstaan from Dutch to Swedish
voorstaan:
-
voorstaan (van mening zijn)
Conjugations for voorstaan:
o.t.t.
- sta voor
- staat voor
- staat voor
- staan voor
- staan voor
- staan voor
o.v.t.
- stond voor
- stond voor
- stond voor
- stonden voor
- stonden voor
- stonden voor
v.t.t.
- heb voorgestaan
- hebt voorgestaan
- heeft voorgestaan
- hebben voorgestaan
- hebben voorgestaan
- hebben voorgestaan
v.v.t.
- had voorgestaan
- had voorgestaan
- had voorgestaan
- hadden voorgestaan
- hadden voorgestaan
- hadden voorgestaan
o.t.t.t.
- zal voorstaan
- zult voorstaan
- zal voorstaan
- zullen voorstaan
- zullen voorstaan
- zullen voorstaan
o.v.t.t.
- zou voorstaan
- zou voorstaan
- zou voorstaan
- zouden voorstaan
- zouden voorstaan
- zouden voorstaan
diversen
- sta voor!
- staat voor!
- voorgestaan
- voorstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorstaan:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bekräfta | van mening zijn; voorstaan | bekrachtigen; bestempelen; bevestigen; bezegelen; certificeren; goedkeuren; homologeren; merken; waarmerken |
bestyrka | van mening zijn; voorstaan | nagaan; verifieren; zekerstellen |
ge stöd åt | van mening zijn; voorstaan | |
stå för | van mening zijn; voorstaan |