Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- afgevaardigde:
-
Wiktionary:
- afgevaardigde → delegater, representanter, ledamot, deputerad, parlamentsledamot, agent, mäklare
Dutch
Detailed Translations for afgevaardigde from Dutch to Swedish
afgevaardigde:
-
de afgevaardigde (gedelegeerde; gemachtigde; gedeputeerde; lasthebber)
-
de afgevaardigde (gecommitteerde; gedeputeerde; gedelegeerde)
-
de afgevaardigde (gezant; afgezant)
-
de afgevaardigde (gedelegeerde; vertegenwoordiger; gedeputeerde; representant; zaakgelastigde; gecommitteerde)
-
de afgevaardigde
Translation Matrix for afgevaardigde:
Noun | Related Translations | Other Translations |
delegat | afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde | |
delegerad | afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde | |
envoyé | afgevaardigde; afgezant; gezant | |
fullmäktig | afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde | |
ombud | afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde | gemachtigde; tussenpersonen |
representant | afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde | afgezanten; ambassadeurs; verkoopagent |
sändebud | afgevaardigde; afgezant; gezant | afgezant; afgezanten; ambassadeurs |
Other | Related Translations | Other Translations |
parlamentsledamot | afgevaardigde | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
representant | vertegenwoordigend |
Wiktionary Translations for afgevaardigde:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afgevaardigde | → delegater; representanter; ledamot | ↔ Abgeordneter — Politik: gewähltes Mitglied einer parlamentarischen Versammlung |
• afgevaardigde | → deputerad; parlamentsledamot | ↔ Abgeordnete — Politik: gewähltes, weibliches Mitglied einer parlamentarischen Versammlung |
• afgevaardigde | → agent; mäklare | ↔ représentant — Celui, celle qui en représenter un autre, qui tenir sa place, qui recevoir de lui des pouvoirs pour agir en son nom. |