Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verwaarlozen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwaarloos from Dutch to Swedish

verwaarlozen:

verwaarlozen verb (verwaarloos, verwaarloost, verwaarloosde, verwaarloosden, verwaarloosd)

  1. verwaarlozen (versloffen)
    försumma
    • försumma verb (försummar, försummade, försummat)

Conjugations for verwaarlozen:

o.t.t.
  1. verwaarloos
  2. verwaarloost
  3. verwaarloost
  4. verwaarlozen
  5. verwaarlozen
  6. verwaarlozen
o.v.t.
  1. verwaarloosde
  2. verwaarloosde
  3. verwaarloosde
  4. verwaarloosden
  5. verwaarloosden
  6. verwaarloosden
v.t.t.
  1. heb verwaarloosd
  2. hebt verwaarloosd
  3. heeft verwaarloosd
  4. hebben verwaarloosd
  5. hebben verwaarloosd
  6. hebben verwaarloosd
v.v.t.
  1. had verwaarloosd
  2. had verwaarloosd
  3. had verwaarloosd
  4. hadden verwaarloosd
  5. hadden verwaarloosd
  6. hadden verwaarloosd
o.t.t.t.
  1. zal verwaarlozen
  2. zult verwaarlozen
  3. zal verwaarlozen
  4. zullen verwaarlozen
  5. zullen verwaarlozen
  6. zullen verwaarlozen
o.v.t.t.
  1. zou verwaarlozen
  2. zou verwaarlozen
  3. zou verwaarlozen
  4. zouden verwaarlozen
  5. zouden verwaarlozen
  6. zouden verwaarlozen
diversen
  1. verwaarloos!
  2. verwaarloost!
  3. verwaarloosd
  4. verwaarlozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwaarlozen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
försumma versloffen; verwaarlozen; wegcijferen

Antonyms for "verwaarlozen":


Related Definitions for "verwaarlozen":

  1. er niet langer aandacht of zorg aan besteden1
    • die moeder verwaarloost haar kinderen1

Wiktionary Translations for verwaarlozen:


Cross Translation:
FromToVia
verwaarlozen försumma neglect — disregard
verwaarlozen tycka illa om; förakta; missakta dédaignerconsidérer avec dédain.
verwaarlozen försumma; vårdslösa négliger — Ne pas prendre soin d’une chose dont on devoir s’occuper.


Wiktionary Translations for verwaarloos:


Cross Translation:
FromToVia
verwaarloos försumbar négligeable — Qui peut être négligé (1):