Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- afnemen:
-
Wiktionary:
- afnemen → minska, avta, vara i nedan, banta, bli magrare, gå ned i vikt, ta ihop, förlust, borttagande, anskaffa, köpa, förvärva, dra ifrån
Dutch
Detailed Translations for afnemen from Dutch to Swedish
afnemen:
-
afnemen (achteruitgaan; declineren; minder worden)
-
afnemen (minder worden; declineren; verminderen; dalen; vervallen; teruggaan; tanen; minderen)
-
afnemen (ophalen; meenemen; afhalen; wegnemen; weghalen)
-
afnemen (verminderen; reduceren; beperken; verlagen; inperken; verkorten; minder worden; krimpen; inkrimpen; slinken; minderen)
-
afnemen (verwijderen; ecarteren; weghalen; lichten; verplaatsen; wegnemen; wegdoen; wegbrengen; afzonderen; vervreemden; wegwerken)
-
afnemen (afstoffen; stoffen)
-
afnemen (verminderen; slinken; krimpen; inkrimpen; verkleinen; minder worden)
-
afnemen (stelen; pikken; verdonkeremanen; ontnemen; toeëigenen; snaaien; gappen; kapen; inpikken; roven; ontfutselen; jatten; ontvreemden; wegpikken; wegnemen; plunderen; wegkapen; benemen; achteroverdrukken; vervreemden; verduisteren; verdonkeren; wegpakken; leegstelen)
Conjugations for afnemen:
o.t.t.
- neem af
- neemt af
- neemt af
- nemen af
- nemen af
- nemen af
o.v.t.
- nam af
- nam af
- nam af
- namen af
- namen af
- namen af
v.t.t.
- heb afgenomen
- hebt afgenomen
- heeft afgenomen
- hebben afgenomen
- hebben afgenomen
- hebben afgenomen
v.v.t.
- had afgenomen
- had afgenomen
- had afgenomen
- hadden afgenomen
- hadden afgenomen
- hadden afgenomen
o.t.t.t.
- zal afnemen
- zult afnemen
- zal afnemen
- zullen afnemen
- zullen afnemen
- zullen afnemen
o.v.t.t.
- zou afnemen
- zou afnemen
- zou afnemen
- zouden afnemen
- zouden afnemen
- zouden afnemen
diversen
- neem af!
- neemt af!
- afgenomen
- afnemende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afnemen (afstoffen; afwissen)
-
afnemen (verminderen in kracht; achteruitgaan)
bli svagare-
bli svagare nomen
-
Translation Matrix for afnemen:
Synonyms for "afnemen":
Antonyms for "afnemen":
Related Definitions for "afnemen":
Wiktionary Translations for afnemen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afnemen | → minska | ↔ decrease — become smaller |
• afnemen | → minska | ↔ diminish — To become smaller |
• afnemen | → avta; vara i nedan; minska; banta; bli magrare; gå ned i vikt; ta ihop | ↔ abnehmen — kleiner oder weniger werden |
• afnemen | → förlust; borttagande | ↔ Abnahme — der Verlust von etwas durch jemand anderen |
• afnemen | → anskaffa; köpa | ↔ acheter — Tous sens |
• afnemen | → anskaffa; köpa; förvärva | ↔ acquérir — Devenir possesseur par le travail, par l’achat, par l’échange, par contrat ou alors par... (Sens général). |
• afnemen | → dra ifrån | ↔ ôter — tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux. |