Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bezinksel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezinksel from Dutch to Swedish

bezinksel:

bezinksel [het ~] nomen

  1. het bezinksel (residu; sediment; depot; )
    lämning; rest; avlagring; sediment
  2. het bezinksel (droesem; drab; grondsop; )
    skit; gödsel

Translation Matrix for bezinksel:

NounRelated TranslationsOther Translations
avlagring afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
gödsel bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel mest
lämning afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel
rest afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel greep; kolf; residu; residu's; staartje
sediment afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel sedimenten
skit bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel beer; drek; drol; excrementen; fecaliën; feces; galbak; hoop; kak; keutel; mest; poep; schijt; stront; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
skit bliksems; shit; verdraaid; verduiveld

Related Words for "bezinksel":


Wiktionary Translations for bezinksel:


Cross Translation:
FromToVia
bezinksel bottensats dregs — settled sediment