Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: onenigheid

Dutch and Swedish Search Results for: onenigheid

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

onenigheid:
- gräl; dispyt; kontrovers; skiljaktlighet; motsättning; meningskiljaktlighet; misshällighet; meningskiljaktighet; orolig; ängslig; meningsskiljaktighet
onenig:
- oense; oförenligt 7; i strid med
Wiktionary:
- onenigheid → friktion, gräl, dispyt

Dutch

Detailed Translations for onenigheid from Dutch to Swedish

onenigheid:

onenigheid [de ~ (v)] nomen

de onenigheid (geschil; twist)
gräl; dispyt; kontrovers; skiljaktlighet
- gräl [-ett] nomen
- dispyt [-en] nomen
- kontrovers [-en] nomen
- skiljaktlighet nomen
de onenigheid (ruzie; conflict; botsing; twist)
motsättning; meningskiljaktlighet; misshällighet
- motsättning [-en] nomen
- meningskiljaktlighet nomen
- misshällighet [-en] nomen
de onenigheid (meningsverschil; dispuut; woordenwisseling)
meningskiljaktighet
- meningskiljaktighet nomen
de onenigheid (onvrede; onmin)
orolig; ängslig
- orolig nomen
- ängslig nomen
de onenigheid (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; schisma; conflict; tweespalt; twist; tweestrijd)
meningsskiljaktighet
- meningsskiljaktighet [-en] nomen

Translation Matrix for onenigheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
dispyt	geschil; onenigheid; twist	aanvechten; bestrijden; betwisten; debat; dispuut; geargumenteer; geredeneer; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
gräl	geschil; onenigheid; twist	aanvaringen; debat; dispuut; geargumenteer; geredeneer; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; ruzies; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
kontrovers	geschil; onenigheid; twist	controverse
meningskiljaktighet	dispuut; meningsverschil; onenigheid; woordenwisseling	gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid
meningskiljaktlighet	botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist
meningsskiljaktighet	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete
misshällighet	botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist
motsättning	botsing; conflict; onenigheid; ruzie; twist	bedenking; bezwaar; inconsequentie; inconsistentie
orolig	onenigheid; onmin; onvrede
skiljaktlighet	geschil; onenigheid; twist
ängslig	onenigheid; onmin; onvrede
Modifier	Related Translations	Other Translations
orolig		bezorgd; ongerust; onrustig; roerig; rusteloos; verontrust; woelig
ängslig		piekerig; tobberig; zwaartillend

Related Words for "onenigheid":

onenigheden, onenig

Wiktionary Translations for onenigheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• onenigheid	→ friktion	↔ friction — conflict
• onenigheid	→ gräl; dispyt	↔ quarrel — verbal dispute or heated argument

onenig:

onenig adj

onenig (niet eensgezind)
oense; oförenligt 7; i strid med
- oense adj
- oförenligt 7 adj
- i strid med adj

Translation Matrix for onenig:

Modifier	Related Translations	Other Translations
i strid med	niet eensgezind; onenig
oense	niet eensgezind; onenig
oförenligt 7	niet eensgezind; onenig

Related Words for "onenig":

onenigheid, onenige

Related Translations for onenigheid

punt van onenigheid