Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: berouwen

Dutch and Swedish Search Results for: berouwen

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. berouwen:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for berouwen from Dutch to Swedish

berouwen:

berouwen verb (berouw, berouwt, berouwde, berouwden, berouwd)

  1. berouwen
    vara ledsen
    • vara ledsen verb (är ledsen, var ledsen, varit ledsen)

Conjugations for berouwen:

o.t.t.
  1. berouw
  2. berouwt
  3. berouwt
  4. berouwen
  5. berouwen
  6. berouwen
o.v.t.
  1. berouwde
  2. berouwde
  3. berouwde
  4. berouwden
  5. berouwden
  6. berouwden
v.t.t.
  1. heb berouwd
  2. hebt berouwd
  3. heeft berouwd
  4. hebben berouwd
  5. hebben berouwd
  6. hebben berouwd
v.v.t.
  1. had berouwd
  2. had berouwd
  3. had berouwd
  4. hadden berouwd
  5. hadden berouwd
  6. hadden berouwd
o.t.t.t.
  1. zal berouwen
  2. zult berouwen
  3. zal berouwen
  4. zullen berouwen
  5. zullen berouwen
  6. zullen berouwen
o.v.t.t.
  1. zou berouwen
  2. zou berouwen
  3. zou berouwen
  4. zouden berouwen
  5. zouden berouwen
  6. zouden berouwen
diversen
  1. berouw!
  2. berouwt!
  5. berouwd
  6. berouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for berouwen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vara ledsen berouwen

Wiktionary Translations for berouwen:

Cross Translation:
FromToVia
• berouwen → beklaga; ångra ↔ regret — feel sorry about some past thing







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0293 seconds
Page rendered in 1.0 seconds