Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. lokaliteit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lokaliteit from Dutch to Swedish

lokaliteit:

lokaliteit [de ~ (v)] nomen

  1. de lokaliteit (café; kroeg; taveerne; tapperij; bar)
    skänkrum; bar; krog

Translation Matrix for lokaliteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
bar bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; gelagkamer; herberg; kroeg; tapperij; taveerne
krog bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne café; café-hotel; herberg; kroeg; tapperij; taveerne
skänkrum bar; café; kroeg; lokaliteit; tapperij; taveerne

Related Words for "lokaliteit":

  • lokaliteiten

Wiktionary Translations for lokaliteit:


Cross Translation:
FromToVia
lokaliteit ort lieuportion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper.
lokaliteit by; köping; ort localitélieu habité.