Dutch
Detailed Translations for opzoeken from Dutch to Swedish
opzoeken:
-
opzoeken (naslaan)
-
opzoeken (op bezoek komen; bezoeken; langskomen; voorbijkomen; inlopen; aankomen)
Conjugations for opzoeken:
o.t.t.
- zoek op
- zoekt op
- zoekt op
- zoeken op
- zoeken op
- zoeken op
o.v.t.
- zocht op
- zocht op
- zocht op
- zochten op
- zochten op
- zochten op
v.t.t.
- heb opgezocht
- hebt opgezocht
- heeft opgezocht
- hebben opgezocht
- hebben opgezocht
- hebben opgezocht
v.v.t.
- had opgezocht
- had opgezocht
- had opgezocht
- hadden opgezocht
- hadden opgezocht
- hadden opgezocht
o.t.t.t.
- zal opzoeken
- zult opzoeken
- zal opzoeken
- zullen opzoeken
- zullen opzoeken
- zullen opzoeken
o.v.t.t.
- zou opzoeken
- zou opzoeken
- zou opzoeken
- zouden opzoeken
- zouden opzoeken
- zouden opzoeken
en verder
- ben opgezocht
- bent opgezocht
- is opgezocht
- zijn opgezocht
- zijn opgezocht
- zijn opgezocht
diversen
- zoek op!
- zoekt op!
- opgezocht
- opzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opzoeken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
besöka | bezichtigen; bezichtiging | |
titta up | opkijken | |
- | naslag | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
besöka | aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen | aankomen; bezoeken; buurten; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; op visite gaan; voorbijkomen |
komma förbi | aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen | aangetroffen worden; binnenvallen; onverwachts langskomen |
titta up | naslaan; opzoeken | |
- | bezoeken | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
komma förbi | binnengevallen; langsgekomen |
Synonyms for "opzoeken":
Related Definitions for "opzoeken":
Wiktionary Translations for opzoeken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opzoeken | → slå upp | ↔ look up — to obtain information about something from a text source |
• opzoeken | → besöka | ↔ visit — to go and meet (someone) |
• opzoeken | → leta; söka | ↔ chercher — Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général) |
• opzoeken | → leta; söka | ↔ railler — plaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie. |
Opzoeken:
Translation Matrix for Opzoeken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
Slå upp | Opzoeken; Zoeken | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Sök | Opzoeken; Zoeken |