Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vrijgevigheid:
  2. vrijgevig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vrijgevigheid from Dutch to Swedish

vrijgevigheid:

vrijgevigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de vrijgevigheid (goedgeefsheid; royaliteit; ruimhartigheid; gulheid; scheutigheid)
    generositet; givmildhet

Translation Matrix for vrijgevigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
generositet goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid edelmoedigheid; generositeit; goedgeefsheid; grootmoedigheid; mildadigheid; mildheid; weldaad; weldadigheid
givmildhet goedgeefsheid; gulheid; royaliteit; ruimhartigheid; scheutigheid; vrijgevigheid edelmoedigheid; generositeit; grootmoedigheid; mildadigheid

Related Words for "vrijgevigheid":


Wiktionary Translations for vrijgevigheid:


Cross Translation:
FromToVia
vrijgevigheid generositet generosity — the trait of being willing to give your money and/or time
vrijgevigheid frikostighet munificencedisposition qui porter à faire de grandes libéralités.

vrijgevigheid form of vrijgevig:


External Machine Translations: