Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. deugdzaamheid:
  2. deugdzaam:
  3. Wiktionary:
    • deugdzaamheid → dygd


Dutch

Detailed Translations for deugdzaamheid from Dutch to Swedish

deugdzaamheid:

deugdzaamheid [de ~ (v)] nomen

  1. de deugdzaamheid (degelijkheid; eerbaarheid; deugdelijkheid)

Translation Matrix for deugdzaamheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
artighet degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; fatsoen; fatsoenlijkheid; galanterie; gevoeglijkheid; gunstige gezindheid; hoffelijkheid; welgemanierdheid; wellevendheid; welwillendheid
hederlighet degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid
rättskaffenhet degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid eerlijkheid; oprechtheid; rechtschapenheid

Related Words for "deugdzaamheid":


Wiktionary Translations for deugdzaamheid:


Cross Translation:
FromToVia
deugdzaamheid dygd virtue — excellence in morals
deugdzaamheid dygd virtue — chastity and faithfulness

deugdzaamheid form of deugdzaam:


Translation Matrix for deugdzaam:

NounRelated TranslationsOther Translations
ren rendier
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aktansvärd deugdzaam; eerzaam; zedig
aktansvärt deugdzaam; eerzaam; zedig
artigt deugdzaam; eerzaam; zedig attent; beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; galant; gemanierd; hoffelijk; hoofs; netjes; ordentelijk; ridderlijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
ren deugdzaam; eerzaam; zedig gaaf; gekuist; gereinigd; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
rent deugdzaam; eerzaam; zedig gaaf; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onaangeraakt; onbevlekt; onbezoedeld; ongerept; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; virginaal; vlekkeloos; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
respektabel deugdzaam; eerzaam; zedig eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel
respektabelt deugdzaam; eerzaam; zedig eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel
ärlig braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet eerlijk; ernstig; fair; fideel; ongeveinsd; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rondborstig; ronduit; serieus; trouwhartig; werkelijk menend
ärligt braaf; deugdzaam; eerzaam; lief; voorbeeldig; zedig; zoet eerlijk; ernstig; fair; fideel; frank; gemeend; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; ongeveinsd; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rondborstig; ronduit; serieus; stoutmoedig; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijmoedig; vrijpostig; vrijuit; werkelijk menend

Related Words for "deugdzaam":