Summary
Dutch
Detailed Translations for hoffelijkheid from Dutch to Swedish
hoffelijkheid:
-
de hoffelijkheid (wellevendheid; galanterie)
Translation Matrix for hoffelijkheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
artighet | galanterie; hoffelijkheid; wellevendheid | beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gevoeglijkheid; gunstige gezindheid; welgemanierdheid; welwillendheid |
hövlighet | galanterie; hoffelijkheid; wellevendheid | betamelijkheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; hoofsheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid |
Related Words for "hoffelijkheid":
Wiktionary Translations for hoffelijkheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hoffelijkheid | → hövlighet | ↔ courtesy — polite behavior |
• hoffelijkheid | → hövlighets- | ↔ courtesy — given or done as a polite gesture |
• hoffelijkheid | → artighet | ↔ politesse — Bonne manière de vivre, d’agir ou de parler avec quelqu’un, civile, honnête ou courtoise. |
hoffelijkheid form of hoffelijk:
-
hoffelijk (voorkomend; attent; galant; ridderlijk)
Translation Matrix for hoffelijk:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
artigt | attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend | beleefd; beschaafd; deugdzaam; eerzaam; fatsoenlijk; gemanierd; hoofs; netjes; ordentelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed; zedig |
hövisk | attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend | hoofs |
höviskt | attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend | hoofs |
vänlig | attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend | amicaal; bevriend; charmant; gemoedelijk; genegenheid opwekkend; hartelijk; innemend; jofel; joviaal; kameraadschappelijk; minnelijk; minzaam; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk |
vänligt | attent; galant; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend | aangenaam; aardig; aimabel; attent; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bevriend; charmant; collegiaal; gemoedelijk; genegenheid opwekkend; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; innemend; jofel; joviaal; lief; minnelijk; minzaam; plezierig; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; zachtaardig |
Related Words for "hoffelijk":
Wiktionary Translations for hoffelijk:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hoffelijk | → artig; hövlig | ↔ courteous — showing regard for others |
• hoffelijk | → artig | ↔ courtois — qui fait preuve de distinction, de politesse |
• hoffelijk | → artig; hövlig | ↔ poli — courtois, civil, honnête, complaisant, convenable, qui utilise les règles de la politesse, qui observe les convenances de la société. |