Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- vloek:
- vloeken:
-
Wiktionary:
- vloek → förbannelse, svordom, svärord
- vloeken → svära
Dutch
Detailed Translations for vloek from Dutch to Swedish
vloek:
-
de vloek (verwensing; vervloeking; banvloek; vertikking)
Translation Matrix for vloek:
Noun | Related Translations | Other Translations |
förbannelse | banvloek; vertikking; vervloeking; verwensing; vloek | verdoemenis |
Related Words for "vloek":
Wiktionary Translations for vloek:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vloek | → förbannelse | ↔ curse — supernatural detriment |
• vloek | → svordom; svärord | ↔ swear word — impolite or offensive taboo word |
• vloek | → förbannelse | ↔ Fluch — (im Zorn) gesagte Verwünschung |
• vloek | → förbannelse | ↔ malédiction — Action de maudire, résultat de cette action (1) |
vloek form of vloeken:
-
vloeken
Conjugations for vloeken:
o.t.t.
- vloek
- vloekt
- vloekt
- vloeken
- vloeken
- vloeken
o.v.t.
- vloekte
- vloekte
- vloekte
- vloekten
- vloekten
- vloekten
v.t.t.
- heb gevloekt
- hebt gevloekt
- heeft gevloekt
- hebben gevloekt
- hebben gevloekt
- hebben gevloekt
v.v.t.
- had gevloekt
- had gevloekt
- had gevloekt
- hadden gevloekt
- hadden gevloekt
- hadden gevloekt
o.t.t.t.
- zal vloeken
- zult vloeken
- zal vloeken
- zullen vloeken
- zullen vloeken
- zullen vloeken
o.v.t.t.
- zou vloeken
- zou vloeken
- zou vloeken
- zouden vloeken
- zouden vloeken
- zouden vloeken
diversen
- vloek!
- vloekt!
- gevloekt
- vloekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vloeken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
förbanna | ban; kerkban | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
förbanna | vloeken | bannen; bezweren; ketteren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdoemen; verdrijven; verjagen; vervloeken; verwensen; wegjagen |
svära | vloeken | beëdigen; een eed afleggen; ketteren; schunnige taal uitslaan; zweren |