Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aankondiger:


Dutch

Detailed Translations for aankondiger from Dutch to Swedish

aankondiger:

aankondiger [de ~ (m)] nomen

  1. de aankondiger (voorbode; voorloper; aanwijzing; voorteken)

Translation Matrix for aankondiger:

NounRelated TranslationsOther Translations
förelöpare aankondiger; aanwijzing; voorbode; voorloper; voorteken

Related Words for "aankondiger":

  • aankondigers