Dutch
Detailed Translations for aanstippen from Dutch to Swedish
aanstippen:
-
aanstippen (even aanraken; aanroeren)
-
aanstippen (aantippen; tippen)
Conjugations for aanstippen:
o.t.t.
- stip aan
- stipt aan
- stipt aan
- stippen aan
- stippen aan
- stippen aan
o.v.t.
- stipte aan
- stipte aan
- stipte aan
- stipten aan
- stipten aan
- stipten aan
v.t.t.
- heb aangestipt
- hebt aangestipt
- heeft aangestipt
- hebben aangestipt
- hebben aangestipt
- hebben aangestipt
v.v.t.
- had aangestipt
- had aangestipt
- had aangestipt
- hadden aangestipt
- hadden aangestipt
- hadden aangestipt
o.t.t.t.
- zal aanstippen
- zult aanstippen
- zal aanstippen
- zullen aanstippen
- zullen aanstippen
- zullen aanstippen
o.v.t.t.
- zou aanstippen
- zou aanstippen
- zou aanstippen
- zouden aanstippen
- zouden aanstippen
- zouden aanstippen
diversen
- stip aan!
- stipt aan!
- aangestipt
- aanstippende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanstippen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
röra | afdankertjes; allegaartje; bende; berg; bocht; geflikflooi; geklieder; gemier; gerotzooi; gezeur; hoop; hutspot; kliederboel; kliederen; knoeierij; mengelmoes; mengvoer; mikmak; opeenhoping; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenraapsel; smerig spul; troep; zooi; zootje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
beröra | aanroeren; aanstippen; even aanraken | aangaan; aanraken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; raken; toucheren; treffen; voelen; zorg inboezemen |
knäcka | aanstippen; aantippen; tippen | |
röra | aanroeren; aanstippen; even aanraken | aangaan; aanraken; aanstoken; belang inboezemen; beroeren; betreffen; bewegen; gaan; mixen; ontroeren; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; slaan op; toucheren; treffen; verroeren; voelen; zich begeven; zich bewegen; zich verplaatsen; zitten aan; zorg inboezemen |
ticka | aanstippen; aantippen; tippen |