Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aanvrager:


Dutch

Detailed Translations for aanvrager from Dutch to Swedish

aanvrager:

aanvrager [de ~ (m)] nomen

  1. de aanvrager (rekwestrant; verzoeker)
    sökande; sökare; vädjande
  2. de aanvrager

Translation Matrix for aanvrager:

NounRelated TranslationsOther Translations
sökande aanvrager; rekwestrant; verzoeker aanzoeker; aspirant; aspirante; aspiranten; gegadigde; geinteresseerde; kandidaat; kandidaatsstelling; kandidate; kandidatuur; reflectant; zoeken
sökare aanvrager; rekwestrant; verzoeker aanvraagster; aanvragers; rekwestranten; verzoekers; verzoekster; vraagster; zoeker; zoekers
vädjande aanvrager; rekwestrant; verzoeker beroep doen op
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
begärande aanvrager