Summary
Dutch
Detailed Translations for begerend from Dutch to Swedish
begerend:
-
begerend (verlangend)
Translation Matrix for begerend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ivrig | dweper; fanaat; zeloot | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
ivrig | begerend; verlangend | gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig |
ivrigt | begerend; verlangend | gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig |
lysten | begerend; verlangend | begerig; wellustig |
lystet | begerend; verlangend | begerig |
begerend form of begeren:
-
begeren (verlangen)
Conjugations for begeren:
o.t.t.
- begeer
- begeert
- begeert
- begeren
- begeren
- begeren
o.v.t.
- begeerde
- begeerde
- begeerde
- begeerden
- begeerden
- begeerden
v.t.t.
- heb begeerd
- hebt begeerd
- heeft begeerd
- hebben begeerd
- hebben begeerd
- hebben begeerd
v.v.t.
- had begeerd
- had begeerd
- had begeerd
- hadden begeerd
- hadden begeerd
- hadden begeerd
o.t.t.t.
- zal begeren
- zult begeren
- zal begeren
- zullen begeren
- zullen begeren
- zullen begeren
o.v.t.t.
- zou begeren
- zou begeren
- zou begeren
- zouden begeren
- zouden begeren
- zouden begeren
diversen
- begeer!
- begeert!
- begeerd
- begerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for begeren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
längtan | begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht | begeerte; hunkeren; hunkering; smachten; verlangen |
önska | begeerte; heftig verlangen; lust | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
känna begär efter | begeren; verlangen | |
önska | begeren; verlangen | hunkeren; sterk verlangen; toewensen; wensen; willen |