Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. betwisten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for betwisten from Dutch to Swedish

betwisten:

betwisten verb (betwist, betwistte, betwistten, betwist)

  1. betwisten (aanvechten; bestrijden)
    strida; bestrida; tävla; bekämpa
    • strida verb (strider, stred, stridit)
    • bestrida verb (bestrider, bestred, bestridit)
    • tävla verb (tävlar, tävlade, tävlat)
    • bekämpa verb (bekämper, bekämpte, bekämpt)

Conjugations for betwisten:

o.t.t.
  1. betwist
  2. betwist
  3. betwist
  4. betwisten
  5. betwisten
  6. betwisten
o.v.t.
  1. betwistte
  2. betwistte
  3. betwistte
  4. betwistten
  5. betwistten
  6. betwistten
v.t.t.
  1. heb betwist
  2. hebt betwist
  3. heeft betwist
  4. hebben betwist
  5. hebben betwist
  6. hebben betwist
v.v.t.
  1. had betwist
  2. had betwist
  3. had betwist
  4. hadden betwist
  5. hadden betwist
  6. hadden betwist
o.t.t.t.
  1. zal betwisten
  2. zult betwisten
  3. zal betwisten
  4. zullen betwisten
  5. zullen betwisten
  6. zullen betwisten
o.v.t.t.
  1. zou betwisten
  2. zou betwisten
  3. zou betwisten
  4. zouden betwisten
  5. zouden betwisten
  6. zouden betwisten
diversen
  1. betwist!
  2. betwist!
  3. betwist
  4. betwistend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

betwisten [znw.] nomen

  1. betwisten (aanvechten; bestrijden)
    dispyt; strid

Translation Matrix for betwisten:

NounRelated TranslationsOther Translations
dispyt aanvechten; bestrijden; betwisten debat; dispuut; geargumenteer; geredeneer; geschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
strid aanvechten; bestrijden; betwisten gevecht; geworstel; handgemeen; kamp; kloppartij; knokpartij; matpartij; slag; strijd; strijden; vechtpartij; veldslag; worsteling
strida geschil; kwestie; ruzie; twist
VerbRelated TranslationsOther Translations
bekämpa aanvechten; bestrijden; betwisten bekampen; bestrijden; bevechten; kleunen; opboksen; strijden tegen; vechten tegen
bestrida aanvechten; bestrijden; betwisten bekampen; bestrijden; bevechten; logenstraffen; loochenen; verloochenen; verzaken
strida aanvechten; bestrijden; betwisten knokken; matten; strijden; vechten
tävla aanvechten; bestrijden; betwisten

Wiktionary Translations for betwisten:


Cross Translation:
FromToVia
betwisten jäva; ifrågasätta impugn — question the validity of
betwisten bestrida; förneka contester — Mettre en discussion ce que quelqu’un revendique.