Dutch
Detailed Translations for dichtslaan from Dutch to Swedish
dichtslaan:
-
dichtslaan (dichtwerpen)
-
dichtslaan
Conjugations for dichtslaan:
o.t.t.
- sla dicht
- slaat dicht
- slaat dicht
- slaan dicht
- slaan dicht
- slaan dicht
o.v.t.
- sloeg dicht
- sloeg dicht
- sloeg dicht
- sloegen dicht
- sloegen dicht
- sloegen dicht
v.t.t.
- heb dichtgeslagen
- hebt dichtgeslagen
- heeft dichtgeslagen
- hebben dichtgeslagen
- hebben dichtgeslagen
- hebben dichtgeslagen
v.v.t.
- had dichtgeslagen
- had dichtgeslagen
- had dichtgeslagen
- hadden dichtgeslagen
- hadden dichtgeslagen
- hadden dichtgeslagen
o.t.t.t.
- zal dichtslaan
- zult dichtslaan
- zal dichtslaan
- zullen dichtslaan
- zullen dichtslaan
- zullen dichtslaan
o.v.t.t.
- zou dichtslaan
- zou dichtslaan
- zou dichtslaan
- zouden dichtslaan
- zouden dichtslaan
- zouden dichtslaan
en verder
- is dichtgeslagen
- zijn dichtgeslagen
diversen
- sla dicht!
- slaat dicht!
- dichtgeslagen
- dichtslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dichtslaan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
slå | hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dänga | dichtslaan | |
slå | dichtslaan; dichtwerpen | bonken; een klap geven; een opdonder verkopen; fijnwrijven; frapperen; grijpen; hameren; hard slaan; hengsten; krenken; kwetsen; maaien; meppen; rammen; slaan; timmeren; toeslaan |
slå igen | dichtslaan; dichtwerpen | dichtgaan; dichtgooien; dichtvallen; toevallen; zich sluiten |
slås igen | dichtslaan; dichtwerpen | |
smälla | dichtslaan; dichtwerpen | hard slaan; hengsten; knallen; meppen; slaan; timmeren |
External Machine Translations: