Dutch
Detailed Translations for drukken from Dutch to Swedish
drukken:
-
drukken (knellen)
Conjugations for drukken:
o.t.t.
- druk
- drukt
- drukt
- drukken
- drukken
- drukken
o.v.t.
- drukte
- drukte
- drukte
- drukten
- drukten
- drukten
v.t.t.
- heb gedrukt
- hebt gedrukt
- heeft gedrukt
- hebben gedrukt
- hebben gedrukt
- hebben gedrukt
v.v.t.
- had gedrukt
- had gedrukt
- had gedrukt
- hadden gedrukt
- hadden gedrukt
- hadden gedrukt
o.t.t.t.
- zal drukken
- zult drukken
- zal drukken
- zullen drukken
- zullen drukken
- zullen drukken
o.v.t.t.
- zou drukken
- zou drukken
- zou drukken
- zouden drukken
- zouden drukken
- zouden drukken
diversen
- druk!
- drukt!
- gedrukt
- drukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for drukken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
klämma | klamp; klem; klemhaak; koeklauw; kram; krammetje | |
krama | geminnekoos; gevrij; vrijerij | |
nypa | afsnoepen; kneep; knijpen | |
tryck | afdrukken; drukken | afdruk; bedrukking; benadrukking; druk; drukking; drukwerk; dwang; gedrukt stuk; pressie; print |
utgåva | afdrukken; drukken | afgifte; aflevering; editie; uitdeling; uitgaaf; uitgave; uitgifte; uitreiking; verstrekking |
Verb | Related Translations | Other Translations |
klämma | drukken; knellen | dichtknijpen; knellen; persen; strak zitten |
krama | drukken; knellen | dichtknijpen; knellen; knuffelen; kozen; liefkozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; strak zitten |
nypa | drukken; knellen | achteroverdrukken; gappen; inpikken; jatten; knellen; ontvreemden; pikken; stelen; strak zitten; vastknijpen; verdonkeremanen; vervreemden; wegkapen; wegpikken |
- | poepen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
tryck | bedrukt; gedrukt; met een opdruk |
Related Words for "drukken":
Synonyms for "drukken":
Related Definitions for "drukken":
Wiktionary Translations for drukken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• drukken | → trycka | ↔ press — to apply pressure |
• drukken | → trycka | ↔ print — to copy something on a surface, especially by machine |
• drukken | → klämma; krama | ↔ squeeze — to apply pressure to from two or more sides at once |
• drukken | → klämma; tränga | ↔ squeeze — to fit into a tight place |
• drukken | → trycka | ↔ imprimer — faire ou laisser une empreinte sur quelque chose, y marquer des traits, une figure. |
• drukken | → trycka | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |
• drukken | → trycka | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
druk:
-
druk (drukbezet; bezet)
-
druk (bedrijvig; actief; bezig)
företagsamt; flitig; flitigt; arbetssam; arbetssamt-
företagsamt adj
-
flitig adj
-
flitigt adj
-
arbetssam adj
-
arbetssamt adj
-
-
druk (drukpratend; geanimeerd)
-
de druk (pressie; dwang)
-
de druk (oplage; uitgave)
-
de druk (financiële last)
Translation Matrix for druk:
Related Words for "druk":
Synonyms for "druk":
Antonyms for "druk":
Related Definitions for "druk":
Wiktionary Translations for druk:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• druk | → upplaga | ↔ edition — whole set of copies |
• druk | → tryck | ↔ pressure — physics: amount of force divided by area |
• druk | → upplaga | ↔ Auflage — Verlagswesen: Gesamtzahl der gleichzeitig hergestellten Vervielfältigungsstücke, wie Bücher, Zeitungen oder Zeitschriften |
• druk | → tryck | ↔ Druck — Physik, nur Plural 1: Kraft pro Fläche |
• druk | → tryck | ↔ Druck — kein Plural: psychische (Stress) oder physische Belastung in beziehungsweise vor Leistungssituationen |
• druk | → last | ↔ Last — psychischer Druck, beschwerlicher Umstand |
• druk | → verksam; livlig; ivrig; aktiv | ↔ actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir. |
• druk | → föränderlig | ↔ mobile — Qui se meut ou qui peut être mû, qui n’est pas fixe. (Sens général). |
• druk | → tryck | ↔ oppression — Action d’opprimer et état de ce qui est opprimé. |
• druk | → tryck | ↔ pression — physique|fr force appliquée à une unité de surface, ou grandeur scalaire, exercée par un fluide sur une surface, perpendiculairement à celle-ci. |
• druk | → amper; egg; gräll; gäll; skarp; livaktig; livlig | ↔ vif — Qui est en vie. |
• druk | → vaksam; påpasslig | ↔ vigilant — Qui veille avec attention. |