Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. dwingen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dwingen from Dutch to Swedish

dwingen:

dwingen verb (dwing, dwingt, dwong, dwongen, gedwongen)

  1. dwingen (forceren)
    tvinga; forcera
    • tvinga verb (tvingar, tvingade, tvingat)
    • forcera verb (forcerar, forcerade, forcerat)
  2. dwingen (afdwingen; forceren)
    tvinga; framhäva; framhålla
    • tvinga verb (tvingar, tvingade, tvingat)
    • framhäva verb (framhäver, framhävde, framhävt)
    • framhålla verb (framhåller, framhöll, framhållit)
  3. dwingen (dwingen te doen)
    tvinga
    • tvinga verb (tvingar, tvingade, tvingat)

Conjugations for dwingen:

o.t.t.
  1. dwing
  2. dwingt
  3. dwingt
  4. dwingen
  5. dwingen
  6. dwingen
o.v.t.
  1. dwong
  2. dwong
  3. dwong
  4. dwongen
  5. dwongen
  6. dwongen
v.t.t.
  1. heb gedwongen
  2. hebt gedwongen
  3. heeft gedwongen
  4. hebben gedwongen
  5. hebben gedwongen
  6. hebben gedwongen
v.v.t.
  1. had gedwongen
  2. had gedwongen
  3. had gedwongen
  4. hadden gedwongen
  5. hadden gedwongen
  6. hadden gedwongen
o.t.t.t.
  1. zal dwingen
  2. zult dwingen
  3. zal dwingen
  4. zullen dwingen
  5. zullen dwingen
  6. zullen dwingen
o.v.t.t.
  1. zou dwingen
  2. zou dwingen
  3. zou dwingen
  4. zouden dwingen
  5. zouden dwingen
  6. zouden dwingen
en verder
  1. ben gedwongen
  2. bent gedwongen
  3. is gedwongen
  4. zijn gedwongen
  5. zijn gedwongen
  6. zijn gedwongen
diversen
  1. dwing!
  2. dwingt!
  3. gedwongen
  4. dwingend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dwingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
forcera forceren; opdringen
VerbRelated TranslationsOther Translations
forcera dwingen; forceren
framhäva afdwingen; dwingen; forceren accentueren; beklemtonen; benadrukken; betonen; staan
framhålla afdwingen; dwingen; forceren
tvinga afdwingen; dwingen; dwingen te doen; forceren doordrijven; noodzaken tot; opdringen

Related Definitions for "dwingen":

  1. zorgen dat hij doet wat jij wilt1
    • ik dwong hem uit te stappen1

Wiktionary Translations for dwingen:


Cross Translation:
FromToVia
dwingen tvinga force — compel (someone to do something)
dwingen framtvinga erzwingenetwas (von jemandem) mit Zwang oder psychischem Druck erreichen
dwingen tvinga zwingen — mit Gewalt zu etwas bringen
dwingen tränga sig in; framtvingas imposer — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for dwingen