Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. eerbiedig:
  2. eerbiedigen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for eerbiedig from Dutch to Swedish

eerbiedig:

eerbiedig adj

  1. eerbiedig (vol achting)

Translation Matrix for eerbiedig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
respektfull eerbiedig; vol achting respectvol
respektfullt eerbiedig; vol achting respectvol

Related Words for "eerbiedig":

  • eerbiedigheid, eerbiedigst, eerbiedigste, eerbiedige

Wiktionary Translations for eerbiedig:


Cross Translation:
FromToVia
eerbiedig aktningsfull respectueux — Qui témoigne du respect.

eerbiedigen:

eerbiedigen [znw.] nomen

  1. eerbiedigen (verering; aanbidden; verheerlijking; eerbied; verheffen)

eerbiedigen verb (eerbiedig, eerbiedigt, eerbiedigde, eerbiedigden, eerbiedigd)

  1. eerbiedigen (houden aan)
    hålla ord
    • hålla ord verb (håller ord, höll ord, hållit ord)
  2. eerbiedigen (hoogachten; respecteren; hoogschatten; achten)
    högakta
    • högakta verb (högaktar, högaktade, högaktat)

Conjugations for eerbiedigen:

o.t.t.
  1. eerbiedig
  2. eerbiedigt
  3. eerbiedigt
  4. eerbiedigen
  5. eerbiedigen
  6. eerbiedigen
o.v.t.
  1. eerbiedigde
  2. eerbiedigde
  3. eerbiedigde
  4. eerbiedigden
  5. eerbiedigden
  6. eerbiedigden
v.t.t.
  1. heb eerbiedigd
  2. hebt eerbiedigd
  3. heeft eerbiedigd
  4. hebben eerbiedigd
  5. hebben eerbiedigd
  6. hebben eerbiedigd
v.v.t.
  1. had eerbiedigd
  2. had eerbiedigd
  3. had eerbiedigd
  4. hadden eerbiedigd
  5. hadden eerbiedigd
  6. hadden eerbiedigd
o.t.t.t.
  1. zal eerbiedigen
  2. zult eerbiedigen
  3. zal eerbiedigen
  4. zullen eerbiedigen
  5. zullen eerbiedigen
  6. zullen eerbiedigen
o.v.t.t.
  1. zou eerbiedigen
  2. zou eerbiedigen
  3. zou eerbiedigen
  4. zouden eerbiedigen
  5. zouden eerbiedigen
  6. zouden eerbiedigen
en verder
  1. ben eerbiedigd
  2. bent eerbiedigd
  3. is eerbiedigd
  4. zijn eerbiedigd
  5. zijn eerbiedigd
  6. zijn eerbiedigd
diversen
  1. eerbiedig!
  2. eerbiedigt!
  3. eerbiedigd
  4. eerbiedigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for eerbiedigen:

NounRelated TranslationsOther Translations
dyrkan aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen aanbidding; godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid
tillbedjan aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen aanbidding
VerbRelated TranslationsOther Translations
hålla ord eerbiedigen; houden aan
högakta achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren

Wiktionary Translations for eerbiedigen:


Cross Translation:
FromToVia
eerbiedigen ha respekt för; respektera respecterhonorer, révérer, porter respect.