Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ervan uitgaan:


Dutch

Detailed Translations for ervan uitgaan from Dutch to Swedish

ervan uitgaan:

ervan uitgaan verb (ga ervan uit, gaat ervan uit, ging ervan uit, gingen ervan uit, ervan uitgegaan)

  1. ervan uitgaan
    utgå ifrån
    • utgå ifrån verb (utgår ifrån, utgick ifrån, utgått ifrån)

Conjugations for ervan uitgaan:

o.t.t.
  1. ga ervan uit
  2. gaat ervan uit
  3. gaat ervan uit
  4. gaan ervan uit
  5. gaan ervan uit
  6. gaan ervan uit
o.v.t.
  1. ging ervan uit
  2. ging ervan uit
  3. ging ervan uit
  4. gingen ervan uit
  5. gingen ervan uit
  6. gingen ervan uit
v.t.t.
  1. ben ervan uitgegaan
  2. bent ervan uitgegaan
  3. is ervan uitgegaan
  4. zijn ervan uitgegaan
  5. zijn ervan uitgegaan
  6. zijn ervan uitgegaan
v.v.t.
  1. was ervan uitgegaan
  2. was ervan uitgegaan
  3. was ervan uitgegaan
  4. waren ervan uitgegaan
  5. waren ervan uitgegaan
  6. waren ervan uitgegaan
o.t.t.t.
  1. zal ervan uitgaan
  2. zult ervan uitgaan
  3. zal ervan uitgaan
  4. zullen ervan uitgaan
  5. zullen ervan uitgaan
  6. zullen ervan uitgaan
o.v.t.t.
  1. zou ervan uitgaan
  2. zou ervan uitgaan
  3. zou ervan uitgaan
  4. zouden ervan uitgaan
  5. zouden ervan uitgaan
  6. zouden ervan uitgaan
diversen
  1. ga ervan uit!
  2. gaat ervan uit!
  3. ervan uitgegaan
  4. ervan uitgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ervan uitgaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
utgå ifrån ervan uitgaan postuleren; vooronderstellen

Related Translations for ervan uitgaan