Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gangbaarheid:
  2. gangbaar:


Dutch

Detailed Translations for gangbaarheid from Dutch to Swedish

gangbaarheid:

gangbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de gangbaarheid (algemeenheid; gebruikelijkheid)
    vanlighet

Translation Matrix for gangbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
vanlighet algemeenheid; gangbaarheid; gebruikelijkheid alledaagsheid; gewoonheid; platitude; veelvuldigheid

Related Words for "gangbaarheid":


gangbaar:


Translation Matrix for gangbaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
allmän algemene
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- gewoon; normaal
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
allmänt G; General
ModifierRelated TranslationsOther Translations
allmän gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
allmänt courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal algemeen; generaal; globaal; in grote lijnen; meestens; over het geheel; overwegend
gängse courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon heerszuchtig
vanlig courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gewoon; merendeel; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair
vanligt courant; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal alledaags; alledaagse; doodgewoon; eenvoudig; gewoon; gewoontegetrouw; merendeel; niets bijzonders; normaal; onknap; ordinair

Related Words for "gangbaar":


Synonyms for "gangbaar":


Antonyms for "gangbaar":


Related Definitions for "gangbaar":

  1. wat veel voorkomt of gebruikt wordt1
    • dit is een gangbare uitdrukking1
  2. waar veel naar gevraagd wordt1
    • dat is een gangbaar artikel1