Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. geitenbreier:


Dutch

Detailed Translations for geitenbreier from Dutch to Swedish

geitenbreier:

geitenbreier [de ~ (m)] nomen

  1. de geitenbreier (zeurkous; zeikerd; zemel; zeurpiet; zeur)
  2. de geitenbreier (nietsnut; lanterfanter; slampamper; )
    odugling

Translation Matrix for geitenbreier:

NounRelated TranslationsOther Translations
odugling geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous sofvent
tjatmoster geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet
tjatmåns geitenbreier; zeikerd; zemel; zeur; zeurkous; zeurpiet

Related Words for "geitenbreier":

  • geitenbreiers