Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gelden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geldt from Dutch to Swedish

gelden:

gelden verb (geldt, gold, gegolden)

  1. gelden (van kracht zijn)
    använda; ansöka; applicera
    • använda verb (använder, använde, använt)
    • ansöka verb (ansöker, ansökte, ansökt)
    • applicera verb (applicerar, applicerade, applicerat)

Conjugations for gelden:

o.t.t.
  1. geldt
  2. gelden
o.v.t.
  1. gold
  2. golden
v.t.t.
  1. heeft gegolden
  2. hebben gegolden
v.v.t.
  1. had gegolden
  2. hadden gegolden
o.t.t.t.
  1. zal gelden
  2. zullen gelden
o.v.t.t.
  1. zou gelden
  2. zouden gelden
diversen
  1. gegolden
  2. geldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gelden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ansöka gelden; van kracht zijn
använda gelden; van kracht zijn aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; doorjagen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; inspannen; moeite geven; omleggen; opmaken; praktiseren; profiteren; solliciteren; sport uitoefenen; toepassen; utiliseren; verbruiken
applicera gelden; van kracht zijn aanwenden; bezigen; gebruiken; toepassen

Related Words for "gelden":


Related Definitions for "gelden":

  1. van toepassing zijn1
    • deze regel geldt niet meer1

Wiktionary Translations for gelden:


Cross Translation:
FromToVia
gelden gälla apply — to be relevant to a specified individual
gelden beskåda; kika; skåda; titta; beträffa regarder — voir, observer