Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gewaagdheid:
  2. gewaagd:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gewaagdheid from Dutch to Swedish

gewaagdheid:

gewaagdheid [de ~ (v)] nomen

  1. de gewaagdheid (durf; moed; lef)
    mod; nerv

Translation Matrix for gewaagdheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
mod durf; gewaagdheid; lef; moed dapperheid; kaalheid; koenheid; kranigheid; moed; onversaagdheid
nerv durf; gewaagdheid; lef; moed zenuw

Related Words for "gewaagdheid":


Wiktionary Translations for gewaagdheid:


Cross Translation:
FromToVia
gewaagdheid risk aléa — désuet|fr chance bonne ou mauvaise.
gewaagdheid risk risquepossibilité d’un événement négatif, péril possible, hasard dangereux.

gewaagd:


Translation Matrix for gewaagd:

NounRelated TranslationsOther Translations
farligt giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
farligt gevaarlijk; gewaagd; hachelijk benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; onveilig; penibel; risicodragend; zorgelijk; zorgwekkend
osäker gevaarlijk; gewaagd; hachelijk halfslachtig; lastige; niet zeker; ongewis; onstandvastig; onvast; twijfelmoedig; wankelmoedig
riskabel gevaarlijk; gewaagd; hachelijk
riskabelt gevaarlijk; gewaagd; hachelijk gevaarlijk; hachelijk; risicodragend; risicovol; riskant
vågande gedurfd; gewaagd; pikant doldriest; lichtzinnig; overmoedig; roekeloos; vermetel; waaghalzig

Related Words for "gewaagd":

  • gewaagdheid, gewaagder, gewaagdere, gewaagdst, gewaagdste

Wiktionary Translations for gewaagd:


Cross Translation:
FromToVia
gewaagd riskabel; riskfylld risky — dangerous, involving risks
gewaagd farlig; vådlig périlleux — Qui est dangereux, où il y a du péril.