Interglot - "gratie" translated from Dutch to Swedish

Remove Ads

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

gratie:
- välvilja; ynnest; bevägenhet; förlåtelse; frisläppning; elegans; förbarmande; mildhet; barmhärtighet; attraktivitet; charm; tjusning; förtrollning; ljuvhet

Dutch

Detailed Translations for gratie from Dutch to Swedish

gratie:

gratie [de ~ (v)] nomen

de gratie (goedgunstigheid; welwillendheid)
välvilja; ynnest; bevägenhet
- välvilja [-en] nomen
- ynnest [-en] nomen
- bevägenhet nomen
de gratie (kwijtschelding; begenadiging; genade; pardon)
förlåtelse; frisläppning
- förlåtelse [-en] nomen
- frisläppning nomen
de gratie (elegantie)
elegans
- elegans [-en] nomen
de gratie (goedertierenheid; genade)
förbarmande; mildhet; barmhärtighet
- förbarmande nomen
- mildhet [-en] nomen
- barmhärtighet [-en] nomen
de gratie (bekoorlijkheid; aantrekkingskracht; charme; aanlokkelijkheid; bekoring; aantrekkelijkheid)
attraktivitet; charm; tjusning; förtrollning; ljuvhet
- attraktivitet [-en] nomen
- charm [-en] nomen
- tjusning [-en] nomen
- förtrollning [-en] nomen
- ljuvhet [-en] nomen

Translation Matrix for gratie:

Noun	Related Translations	Other Translations
attraktivitet	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie
barmhärtighet	genade; goedertierenheid; gratie
bevägenhet	goedgunstigheid; gratie; welwillendheid
charm	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekken; bekoorlijkheid; bekoren; bekoring; beminnelijkheid; betovering; charmeren; fascinatie; liefheid; zoetheid
elegans	elegantie; gratie	aanzien; allure; elegance; finesse; sierlijkheid
frisläppning	begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon	vrijgeven
förbarmande	genade; goedertierenheid; gratie
förlåtelse	begenadiging; genade; gratie; kwijtschelding; pardon	absolutie; genade; kwijtschelding; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning
förtrollning	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie	ban; betoverende invloed; tovenarij; toverformule; toverkunst; tovermiddel; toverspreuk; toverwoord
ljuvhet	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie
mildhet	genade; goedertierenheid; gratie	clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; toegevendheid; welwillendheid
tjusning	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; bekoorlijkheid; bekoring; charme; gratie
välvilja	goedgunstigheid; gratie; welwillendheid	goedwillendheid; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; weldaad; weldadigheidsinstelling; welwillendheid
ynnest	goedgunstigheid; gratie; welwillendheid	begunstiging

Related Definitions for "gratie":

gunst¹
- wie uit de gratie is, krijgt weinig meer voor elkaar¹
kwijtschelding van straf¹
- de misdadiger kreeg twee jaar gratie¹

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate gratie from Dutch to Swedish

Detailed Translations for gratie from Dutch to Swedish

gratie:

gratie [de ~ (v)] nomen

de gratie (goedgunstigheid; welwillendheid)

de gratie (kwijtschelding; begenadiging; genade; pardon)

de gratie (elegantie)

de gratie (goedertierenheid; genade)

de gratie (bekoorlijkheid; aantrekkingskracht; charme; aanlokkelijkheid; bekoring; aantrekkelijkheid)

Translation Matrix for gratie:

Related Definitions for "gratie":