Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. hachelijkheid:
  2. hachelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hachelijkheid from Dutch to Swedish

hachelijkheid:

hachelijkheid [znw.] nomen

  1. hachelijkheid (neteligheid)
    osäkerhet; ovisshet; betänklighet; otrygghet; vansklighet

Translation Matrix for hachelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
betänklighet hachelijkheid; neteligheid
osäkerhet hachelijkheid; neteligheid feilbaarheid; gevaar; onbestendigheid; onveiligheid; onzekerheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid
otrygghet hachelijkheid; neteligheid
ovisshet hachelijkheid; neteligheid onzekerheid
vansklighet hachelijkheid; neteligheid

Related Words for "hachelijkheid":


hachelijk:


Translation Matrix for hachelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
farligt giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
farlig benard; benauwd; ernstig; gevaarlijk; hachelijk; kritiek; penibel; risicovol; riskant; zorgelijk; zorgwekkend bedreigend; gevaarlijk; onveilig; risicodragend
farligt benard; benauwd; ernstig; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend onveilig; risicodragend
känslig delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair bewogen; emotioneel; gepassioneerd; gevoelig; gevoelvol; geëmotioneerd; kregel; prikkelbaar; sensitief
känsligt delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair bewogen; fijngevoelig; fijnzinnig; gepassioneerd; gevoelig; gevoelvol; geëmotioneerd; kregel; prikkelbaar; sensitief; teerbesnaard; teergevoelig; vatbaar
osäker gevaarlijk; gewaagd; hachelijk halfslachtig; lastige; niet zeker; ongewis; onstandvastig; onvast; twijfelmoedig; wankelmoedig
prekärt delicaat; hachelijk; kritiek; lastig; netelig; penibel; precair
riskabel gevaarlijk; gewaagd; hachelijk
riskabelt gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; risicovol; riskant risicodragend
riskfyllt benard; benauwd; ernstig; hachelijk; kritiek; penibel; zorgelijk; zorgwekkend

Related Words for "hachelijk":

  • hachelijkheid, hachelijker, hachelijkere, hachelijkst, hachelijkste, hachelijke

Wiktionary Translations for hachelijk:


Cross Translation:
FromToVia
hachelijk farlig; vådlig dangereux — Qui met en danger (sens général)
hachelijk farlig; vådlig périlleux — Qui est dangereux, où il y a du péril.
hachelijk farlig; vådlig redoutable — Qui être à redouter.