Dutch
Detailed Translations for hannesen from Dutch to Swedish
hannesen:
Translation Matrix for hannesen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
fördröja | aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren | ophouden; rekken; temporiseren; vertragen |
uppehålla | aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren | behouden; in stand houden; onderhouden; ophouden; rekken; temporiseren; vertragen |
Related Words for "hannesen":
hannesen form of hannes:
-
de hannes (treuzelaar; sijsjeslijmer; treuzelkous; slak; teut; talmer; sukkel; treuzel)
Translation Matrix for hannes:
Noun | Related Translations | Other Translations |
trögis | hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous | kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil |