Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. hoepelen:
  2. hoepel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoepelen from Dutch to Swedish

hoepelen:

hoepelen verb (hoepel, hoepelt, hoepelde, hoepelden, gehoepeld)

  1. hoepelen
    spela med en ring runt midjan

Conjugations for hoepelen:

o.t.t.
  1. hoepel
  2. hoepelt
  3. hoepelt
  4. hoepelen
  5. hoepelen
  6. hoepelen
o.v.t.
  1. hoepelde
  2. hoepelde
  3. hoepelde
  4. hoepelden
  5. hoepelden
  6. hoepelden
v.t.t.
  1. heb gehoepeld
  2. hebt gehoepeld
  3. heeft gehoepeld
  4. hebben gehoepeld
  5. hebben gehoepeld
  6. hebben gehoepeld
v.v.t.
  1. had gehoepeld
  2. had gehoepeld
  3. had gehoepeld
  4. hadden gehoepeld
  5. hadden gehoepeld
  6. hadden gehoepeld
o.t.t.t.
  1. zal hoepelen
  2. zult hoepelen
  3. zal hoepelen
  4. zullen hoepelen
  5. zullen hoepelen
  6. zullen hoepelen
o.v.t.t.
  1. zou hoepelen
  2. zou hoepelen
  3. zou hoepelen
  4. zouden hoepelen
  5. zouden hoepelen
  6. zouden hoepelen
diversen
  1. hoepel!
  2. hoepelt!
  3. gehoepeld
  4. hoepelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hoepelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
spela med en ring runt midjan hoepelen

Related Words for "hoepelen":


hoepel:

hoepel [de ~ (m)] nomen

  1. de hoepel (hoelahoepel; hoelahoep)
    rev
    • rev [-ett] nomen

Translation Matrix for hoepel:

NounRelated TranslationsOther Translations
rev hoelahoep; hoelahoepel; hoepel reven

Related Words for "hoepel":

  • hoepelen, hoepels, hoepeltje, hoepeltjes

Wiktionary Translations for hoepel:


Cross Translation:
FromToVia
hoepel ring; tunnband hoop — circular band of metal used to bind a barrel
hoepel rockring hula hoop — toy in the form of a large hoop