Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. hoogmoedigheid:
  2. hoogmoedig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoogmoedigheid from Dutch to Swedish

hoogmoedigheid:

hoogmoedigheid [znw.] nomen

  1. hoogmoedigheid (trots; hovaardigheid)
    högmod; stolthet; överlägsenhet; dryghet; hödragenhet

Translation Matrix for hoogmoedigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
dryghet hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots eigendunk; eigenwaan
hödragenhet hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots
högmod hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots
stolthet hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots eer; eergevoel; fierheid; trots
överlägsenhet hoogmoedigheid; hovaardigheid; trots overmacht; overwicht; superioriteit

Related Words for "hoogmoedigheid":


hoogmoedig:


Translation Matrix for hoogmoedig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
arrogant aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen ijdel; ingebeeld; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
högdraget aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen geringschattend; hoog geplaatst; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
högmodig aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
högmodigt aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
utmanande aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
överlägset aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen afstandelijk; geringschattend; hooghartig; kleinerend; koel; koud; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; superieur; trots; uit de hoogte

Related Words for "hoogmoedig":


Wiktionary Translations for hoogmoedig:


Cross Translation:
FromToVia
hoogmoedig högfärdig; högdragen; högmodig haughty — disdainful, supercilious; in demeanour conveying the assumption of superiority
hoogmoedig högmodig; högfärdig; stolt orgueilleux — Qui a de l’orgueil.