Dutch
Detailed Translations for instink from Dutch to Swedish
instinken:
Conjugations for instinken:
o.t.t.
- stink in
- stinkt in
- stinkt in
- stinken in
- stinken in
- stinken in
o.v.t.
- stonk in
- stonk in
- stonk in
- stonken in
- stonken in
- stonken in
v.t.t.
- ben ingestonken
- bent ingestonken
- is ingestonken
- zijn ingestonken
- zijn ingestonken
- zijn ingestonken
v.v.t.
- was ingestonken
- was ingestonken
- was ingestonken
- waren ingestonken
- waren ingestonken
- waren ingestonken
o.t.t.t.
- zal instinken
- zult instinken
- zal instinken
- zullen instinken
- zullen instinken
- zullen instinken
o.v.t.t.
- zou instinken
- zou instinken
- zou instinken
- zouden instinken
- zouden instinken
- zouden instinken
diversen
- stink in!
- stinkt in!
- ingestonken
- instinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for instinken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gå i fällan | inlopen; instinken; intuinen | |
låta lura sig | inlopen; instinken; intuinen |