Dutch

Detailed Translations for intrigant from Dutch to Swedish

intrigant:

intrigant [de ~ (m)] nomen

  1. de intrigant (samenzweerder; kuiper; konkelaar)
    konspiratör; intrigant
  2. de intrigant (stokebrand; agitator; opruier; opstoker; stoker)
    rebell; provokatör; uppviglare; hetsare; orosstiftare
  3. de intrigant (tweedrachtzaaier; stoker)
    bråkmakare

Translation Matrix for intrigant:

NounRelated TranslationsOther Translations
bråkmakare intrigant; stoker; tweedrachtzaaier druktemaker; haantje; herrieschopper; kabaalmaker; kemphaan; lawaaimaker; levenmaker; nozem; onruststoker; querulant; rouwdouwer; ruw iemand; ruziemaker; ruzieschopper; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter; zenuwlijder
hetsare agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker treiter
intrigant intrigant; konkelaar; kuiper; samenzweerder
konspiratör intrigant; konkelaar; kuiper; samenzweerder
orosstiftare agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker druktemaker; herrieschopper; oproerkraaier; rustverstoorder; stokebrand; stokebranden; zenuwlijder
provokatör agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker
rebell agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker opstandeling; opstandelinge; rebel; rebelle
uppviglare agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker gebroed; gespuis; herrieschopper; oproerkraaier; provocateur; rustverstoorder; stokebrand; stokebranden

Related Words for "intrigant":

  • intriganten