Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. karwei:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for karwei from Dutch to Swedish

karwei:

karwei [de ~] nomen

  1. de karwei (arbeid; job)
    jobb; uppgift; syssla; arbete

Translation Matrix for karwei:

NounRelated TranslationsOther Translations
arbete arbeid; job; karwei activiteit; ambacht; ambt; arbeid; baan; baantje; bedrijvigheid; beroep; bezigheid; dienstbetrekking; functie; inspanning; job; positie; professie; taak; vak; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek; werkzaamheid
jobb arbeid; job; karwei aanstelling; aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; beroep; betrekking; bezigheid; contract; dienstbetrekking; functie; inspanning; installatie; job; karweitje; klusje; positie; professie; taak; vak; werk; werkzaamheid
syssla arbeid; job; karwei karweitje; klusje
uppgift arbeid; job; karwei bevelschrift; consigne; dwangbevel; karweitje; klusje; kwestie; opdracht; opgaaf; opgave; order; probleem; taak; vraagstuk; zwaarte

Related Words for "karwei":


Wiktionary Translations for karwei:


Cross Translation:
FromToVia
karwei arbete; verk ouvrage — Travail : Action de travailler, ce qui est produit par l’ouvrier ou résultat d’un travail (Sens général)
karwei uppgift tâchetravail donner à accomplir.

Related Translations for karwei