Verb | Related Translations | Other Translations |
förbereda
|
klaar leggen; uitspreiden
|
alvast neerzetten; bereiden; brouwen; gereed maken; gereedmaken; inwerken; klaarmaken; klaarzetten; prepareren; toebereiden; voorbereiden; voorbereiden op; voorbereiding treffen; voorbereidingen treffen; voorbewerken; voorwerken
|
lägga fram
|
klaar leggen; uitspreiden
|
opbrengen; opleveren
|
lägga fram i förväg
|
klaar leggen; uitspreiden
|
klaarleggen; klaarzetten
|
sätta fram
|
klaar leggen; uitspreiden
|
opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel
|