Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. klaarkomen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for klaarkomen from Dutch to Swedish

klaarkomen:

klaarkomen verb (kom klaar, komt klaar, kwam klaar, kwamen klaar, klaar gekomen)

  1. klaarkomen (ejaculeren)
    komma; ejakulera
    • komma verb (kommer, komm, kommit)
    • ejakulera verb (ejakulerar, ejakulerade, ejakulerat)

Conjugations for klaarkomen:

o.t.t.
  1. kom klaar
  2. komt klaar
  3. komt klaar
  4. komen klaar
  5. komen klaar
  6. komen klaar
o.v.t.
  1. kwam klaar
  2. kwam klaar
  3. kwam klaar
  4. kwamen klaar
  5. kwamen klaar
  6. kwamen klaar
v.t.t.
  1. ben klaar gekomen
  2. bent klaar gekomen
  3. is klaar gekomen
  4. zijn klaar gekomen
  5. zijn klaar gekomen
  6. zijn klaar gekomen
v.v.t.
  1. was klaar gekomen
  2. was klaar gekomen
  3. was klaar gekomen
  4. waren klaar gekomen
  5. waren klaar gekomen
  6. waren klaar gekomen
o.t.t.t.
  1. zal klaarkomen
  2. zult klaarkomen
  3. zal klaarkomen
  4. zullen klaarkomen
  5. zullen klaarkomen
  6. zullen klaarkomen
o.v.t.t.
  1. zou klaarkomen
  2. zou klaarkomen
  3. zou klaarkomen
  4. zouden klaarkomen
  5. zouden klaarkomen
  6. zouden klaarkomen
diversen
  1. kom klaar!
  2. komt klaar!
  3. klaar gekomen
  4. klaarkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klaarkomen:

NounRelated TranslationsOther Translations
komma komma
VerbRelated TranslationsOther Translations
ejakulera ejaculeren; klaarkomen ejaculeren
komma ejaculeren; klaarkomen aanlopen; komen aanlopen
OtherRelated TranslationsOther Translations
komma uitkomen; uitstromen

Wiktionary Translations for klaarkomen:


Cross Translation:
FromToVia
klaarkomen komma cum — slang: have an orgasm; ejaculate
klaarkomen orgasm orgasm — the peak of sexual pleasure