Dutch
Detailed Translations for klaarkomen from Dutch to Swedish
klaarkomen:
-
klaarkomen (ejaculeren)
Conjugations for klaarkomen:
o.t.t.
- kom klaar
- komt klaar
- komt klaar
- komen klaar
- komen klaar
- komen klaar
o.v.t.
- kwam klaar
- kwam klaar
- kwam klaar
- kwamen klaar
- kwamen klaar
- kwamen klaar
v.t.t.
- ben klaar gekomen
- bent klaar gekomen
- is klaar gekomen
- zijn klaar gekomen
- zijn klaar gekomen
- zijn klaar gekomen
v.v.t.
- was klaar gekomen
- was klaar gekomen
- was klaar gekomen
- waren klaar gekomen
- waren klaar gekomen
- waren klaar gekomen
o.t.t.t.
- zal klaarkomen
- zult klaarkomen
- zal klaarkomen
- zullen klaarkomen
- zullen klaarkomen
- zullen klaarkomen
o.v.t.t.
- zou klaarkomen
- zou klaarkomen
- zou klaarkomen
- zouden klaarkomen
- zouden klaarkomen
- zouden klaarkomen
diversen
- kom klaar!
- komt klaar!
- klaar gekomen
- klaarkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for klaarkomen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
komma | komma | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ejakulera | ejaculeren; klaarkomen | ejaculeren |
komma | ejaculeren; klaarkomen | aanlopen; komen aanlopen |
Other | Related Translations | Other Translations |
komma | uitkomen; uitstromen |
Wiktionary Translations for klaarkomen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• klaarkomen | → komma | ↔ cum — slang: have an orgasm; ejaculate |
• klaarkomen | → orgasm | ↔ orgasm — the peak of sexual pleasure |