Dutch
Detailed Translations for kwel from Dutch to Swedish
kwel:
Translation Matrix for kwel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
elände | ellende; kommer; kwel; misère | armoede; barheid; ellende; ellendes; gebrek; hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen |
förstämning | droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart | |
missmod | droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart | |
modfälldhet | droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart | ontmoediging |
modstulenhet | droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart | |
nedslagenhet | droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart | ontmoediging |
Related Words for "kwel":
kwel form of kwellen:
Conjugations for kwellen:
o.t.t.
- kwel
- kwelt
- kwelt
- kwellen
- kwellen
- kwellen
o.v.t.
- kwelde
- kwelde
- kwelde
- kwelden
- kwelden
- kwelden
v.t.t.
- heb gekweld
- hebt gekweld
- heeft gekweld
- hebben gekweld
- hebben gekweld
- hebben gekweld
v.v.t.
- had gekweld
- had gekweld
- had gekweld
- hadden gekweld
- hadden gekweld
- hadden gekweld
o.t.t.t.
- zal kwellen
- zult kwellen
- zal kwellen
- zullen kwellen
- zullen kwellen
- zullen kwellen
o.v.t.t.
- zou kwellen
- zou kwellen
- zou kwellen
- zouden kwellen
- zouden kwellen
- zouden kwellen
en verder
- ben gekweld
- bent gekweld
- is gekweld
- zijn gekweld
- zijn gekweld
- zijn gekweld
diversen
- kwel!
- kwelt!
- gekweld
- kwellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze