Dutch
Detailed Translations for landt from Dutch to Swedish
landt form of landen:
-
landen (aankomen op vliegveld)
-
landen (terechtkomen; neerkomen; op de grond komen)
-
landen (neerdalen; afdalen; neerkomen; naar beneden komen; naar beneden dalen; omlaagkomen)
Conjugations for landen:
o.t.t.
- land
- landt
- landt
- landen
- landen
- landen
o.v.t.
- landde
- landde
- landde
- landden
- landden
- landden
v.t.t.
- ben geland
- bent geland
- is geland
- zijn geland
- zijn geland
- zijn geland
v.v.t.
- was geland
- was geland
- was geland
- waren geland
- waren geland
- waren geland
o.t.t.t.
- zal landen
- zult landen
- zal landen
- zullen landen
- zullen landen
- zullen landen
o.v.t.t.
- zou landen
- zou landen
- zou landen
- zouden landen
- zouden landen
- zouden landen
diversen
- land!
- landt!
- geland
- landend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for landen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
landa | landing; terechtkomen; val | |
länder | landen | naties; volken |
Verb | Related Translations | Other Translations |
komma ner | afdalen; landen; naar beneden dalen; naar beneden komen; neerdalen; neerkomen; omlaagkomen; op de grond komen; terechtkomen | |
landa | aankomen op vliegveld; landen; neerkomen; op de grond komen; terechtkomen | |
landa på flygplats | aankomen op vliegveld; landen | |
åka ner | afdalen; landen; naar beneden dalen; naar beneden komen; neerdalen; neerkomen; omlaagkomen |
Related Words for "landen":
External Machine Translations: