Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. lauwheid:
  2. lauw:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lauwheid from Dutch to Swedish

lauwheid:

lauwheid [de ~ (v)] nomen

  1. de lauwheid (lusteloosheid; ongeanimeerdheid)

Translation Matrix for lauwheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
olustig lauwheid; lusteloosheid; ongeanimeerdheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
olustig lusteloos; oncomfortabel; ongemakkelijk; ongerieflijk

Related Words for "lauwheid":


lauw:


Translation Matrix for lauw:

NounRelated TranslationsOther Translations
lika gelijke; weerga
ModifierRelated TranslationsOther Translations
lika indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig analoog; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; soortgelijk

Related Words for "lauw":

  • lauwheid, lauwer, lauwere, lauwst, lauwste, lauwe

Antonyms for "lauw":


Related Definitions for "lauw":

  1. een beetje warm1
    • deze thee is lauw1
  2. niet erg enthousiast1
    • zij reageerde lauw op mijn voorstel1

Wiktionary Translations for lauw:

lauw
adjective
  1. een temperatuuraanduiding die tussen warm en koud ligt

Cross Translation:
FromToVia
lauw sval; kylig cool — unenthusiastic, lukewarm, skeptical
lauw ljum; ljummen lukewarm — temperature
lauw likgiltig; ljum lukewarm — not very enthusiastic
lauw ljummen tepid — lukewarm
lauw ljummen tepid — uninterested
lauw ljum; ljummen lau — von einer mittleren Temperatur zwischen kühl und warm
lauw ljum; ljummen lauwarm — halbherzig, unentschlossen
lauw ljum; ljummen lauwarm — weder richtig warm noch richtig kalt
lauw likgiltig; liknöjd indifférent — Qui ne présente en soi aucune cause de détermination, aucun motif de préférence.
lauw ljummen tiède — Qui est entre le chaud et le froid.