Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate navertellen

Translate navertellen from Dutch to Swedish

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. navertellen:

Dutch

Detailed Translations for navertellen from Dutch to Swedish

navertellen:

navertellen verb (vertel na, vertelt na, vertelde na, vertelden na, naverteld)

  1. navertellen
    upprepa
    • upprepa verb (upprepar, upprepade, upprepat)

Conjugations for navertellen:

o.t.t.
  1. vertel na
  2. vertelt na
  3. vertelt na
  4. vertellen na
  5. vertellen na
  6. vertellen na
o.v.t.
  1. vertelde na
  2. vertelde na
  3. vertelde na
  4. vertelden na
  5. vertelden na
  6. vertelden na
v.t.t.
  1. heb naverteld
  2. hebt naverteld
  3. heeft naverteld
  4. hebben naverteld
  5. hebben naverteld
  6. hebben naverteld
v.v.t.
  1. had naverteld
  2. had naverteld
  3. had naverteld
  4. hadden naverteld
  5. hadden naverteld
  6. hadden naverteld
o.t.t.t.
  1. zal navertellen
  2. zult navertellen
  3. zal navertellen
  4. zullen navertellen
  5. zullen navertellen
  6. zullen navertellen
o.v.t.t.
  1. zou navertellen
  2. zou navertellen
  3. zou navertellen
  4. zouden navertellen
  5. zouden navertellen
  6. zouden navertellen
diversen
  1. vertel na!
  2. vertelt na!
  5. naverteld
  6. navertellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for navertellen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
upprepa navertellen declameren; echoën; herhalen; hoogdravend praten; nabouwen; napraten; nazeggen; oreren







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0504 seconds
Page rendered in 1.0 seconds