Dutch

Detailed Translations for obstinaat zijn from Dutch to Swedish

obstinaat zijn:

obstinaat zijn verb (ben obstinaat, bent obstinaat, is obstinaat, was obstinaat, waren obstinaat, obstinaat geweest)

  1. obstinaat zijn
    vara halsstarrig; vara omedgörlig; vara envis; vara krånglig; vara besvärlig; vara motspänstig

Conjugations for obstinaat zijn:

o.t.t.
  1. ben obstinaat
  2. bent obstinaat
  3. is obstinaat
  4. zijn obstinaat
  5. zijn obstinaat
  6. zijn obstinaat
o.v.t.
  1. was obstinaat
  2. was obstinaat
  3. was obstinaat
  4. waren obstinaat
  5. waren obstinaat
  6. waren obstinaat
v.t.t.
  1. ben obstinaat geweest
  2. bent obstinaat geweest
  3. is obstinaat geweest
  4. zijn obstinaat geweest
  5. zijn obstinaat geweest
  6. zijn obstinaat geweest
v.v.t.
  1. was obstinaat geweest
  2. was obstinaat geweest
  3. was obstinaat geweest
  4. waren obstinaat geweest
  5. waren obstinaat geweest
  6. waren obstinaat geweest
o.t.t.t.
  1. zal obstinaat zijn
  2. zult obstinaat zijn
  3. zal obstinaat zijn
  4. zullen obstinaat zijn
  5. zullen obstinaat zijn
  6. zullen obstinaat zijn
o.v.t.t.
  1. zou obstinaat zijn
  2. zou obstinaat zijn
  3. zou obstinaat zijn
  4. zouden obstinaat zijn
  5. zouden obstinaat zijn
  6. zouden obstinaat zijn
diversen
  1. ben obstinaat!
  2. weest obstinaat!
  3. obstinaat geweest
  4. obstinaat zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for obstinaat zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
vara besvärlig obstinaat zijn
vara envis obstinaat zijn
vara halsstarrig obstinaat zijn
vara krånglig obstinaat zijn
vara motspänstig obstinaat zijn
vara omedgörlig obstinaat zijn

Related Translations for obstinaat zijn