Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. oenen:
  2. oen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oenen from Dutch to Swedish

oenen:

oenen [de ~] nomen, plural

  1. de oenen (druiloren; sullen; sufferds)

Translation Matrix for oenen:

NounRelated TranslationsOther Translations
fårskallar druiloren; oenen; sufferds; sullen domkoppen; leeghoofden; schaapskoppen; sukkels
idioter druiloren; oenen; sufferds; sullen domoren
tjockskallar druiloren; oenen; sufferds; sullen

Related Words for "oenen":


oen:


Translation Matrix for oen:

NounRelated TranslationsOther Translations
dumskalle druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul domkop; dommerik; domoor; druiloortjes; ezel; stommeling; sufferd; sufferdje; sufferdjes; uilskuiken
dåre druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul dwaas; gek; idioot; ijveraar; imbeciel; mallerd; malloot; maniak; pias; scherpslijper; zeloot; zot; zottin
idiot druiloor; idioot; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul dolleman; domkop; dommerik; domoor; dwaas; geesteszieke; gek; idioot; imbeciel; krankzinnige; onnozelaar; sodemieter; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken; waanzinnige
klantskalle druiloor; oen; schaapskop; sufferd; sul beunhaas; koekenbakker; takkewijf; trut
tönt druiloor; oen; schaapskop; sufferd; sul gek; hansworst; kwast; kwibus; nar; zot

Related Words for "oen":


Wiktionary Translations for oen:


Cross Translation:
FromToVia
oen pojkvän Mackerumgangssprachlich, oft abwertend, oft mit Personalpronomen: Freund eines Mädchens