Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. onbezoedeldheid:


Dutch

Detailed Translations for onbezoedeldheid from Dutch to Swedish

onbezoedeldheid:

onbezoedeldheid [znw.] nomen

  1. onbezoedeldheid (onbevlektheid; kuisheid; reinheid; onschuldigheid; zedigheid)
    oskyldig; oskuld

Translation Matrix for onbezoedeldheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
oskuld kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid maagdelijkheid; ongereptheid; virginiteit
oskyldig kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
oskyldig naief; onnozel; onschuldig; schuldeloos; schuldloos