Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ontzetting:


Dutch

Detailed Translations for ontzetting from Dutch to Swedish

ontzetting:

ontzetting [de ~ (v)] nomen

  1. de ontzetting (geschoktheid)
  2. de ontzetting (bevrijding; verlossing; redding; vrijmaking)
    befrielse

Translation Matrix for ontzetting:

NounRelated TranslationsOther Translations
befrielse bevrijding; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking bevrijden; decharge; dispensatie; kwijting; loslaten; ontheffing; vrijstelling
bestörtning geschoktheid; ontzetting consternatie; schrik; verbijstering; verslagenheid
förfäran geschoktheid; ontzetting verslagenheid
förskräckelse geschoktheid; ontzetting

Related Words for "ontzetting":

  • ontzettingen