Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. onwellevendheid:


Dutch

Detailed Translations for onwellevendheid from Dutch to Swedish

onwellevendheid:

onwellevendheid [de ~ (v)] nomen

  1. de onwellevendheid
    ohövlighet; oartighet

Translation Matrix for onwellevendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
oartighet onwellevendheid onhoffelijkheid
ohövlighet onwellevendheid brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onhebbelijkheid; onheusheid; onhoffelijkheid; onwelwillendheid; vrijpostigheid

Related Words for "onwellevendheid":

  • onwellevendheden