Summary
Dutch
Detailed Translations for opgevoed from Dutch to Swedish
opgevoed:
Translation Matrix for opgevoed:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
höjt | getogen; opgevoed | |
upphöjd | getogen; opgevoed | bovenzinnelijk; transcendent |
upphöjt | getogen; opgevoed | edel; hoogstaand; verheven |
Related Words for "opgevoed":
opgevoed form of opvoeden:
-
opvoeden (grootbrengen; vormen)
Conjugations for opvoeden:
o.t.t.
- voed op
- voedt op
- voedt op
- voeden op
- voeden op
- voeden op
o.v.t.
- voedde op
- voedde op
- voedde op
- voedden op
- voedden op
- voedden op
v.t.t.
- heb opgevoed
- hebt opgevoed
- heeft opgevoed
- hebben opgevoed
- hebben opgevoed
- hebben opgevoed
v.v.t.
- had opgevoed
- had opgevoed
- had opgevoed
- hadden opgevoed
- hadden opgevoed
- hadden opgevoed
o.t.t.t.
- zal opvoeden
- zult opvoeden
- zal opvoeden
- zullen opvoeden
- zullen opvoeden
- zullen opvoeden
o.v.t.t.
- zou opvoeden
- zou opvoeden
- zou opvoeden
- zouden opvoeden
- zouden opvoeden
- zouden opvoeden
en verder
- ben opgevoed
- bent opgevoed
- is opgevoed
- zijn opgevoed
- zijn opgevoed
- zijn opgevoed
diversen
- voed op!
- voedt op!
- opgevoed
- opvoedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opvoeden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
föda | eten; kost; spijziging; voedering; voeding; voedsel; voering | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
föda | grootbrengen; opvoeden; vormen | eten geven; spijzigen; te eten geven; ter wereld brengen; voeden; voederen; voedsel geven; voeren |