Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. oplichters:


Dutch

Detailed Translations for oplichters from Dutch to Swedish

oplichters:

oplichters [de ~] nomen, plural

  1. de oplichters (zwendelaars)
    svindlare

Translation Matrix for oplichters:

NounRelated TranslationsOther Translations
svindlare oplichters; zwendelaars bedrieger; bedriegers; draaier; flessentrekkers; fraudeur; misleider; misleiders; oplichter; sjoemelaars; veinzer; zwendelaar