Dutch

Detailed Translations for oudheid from Dutch to Swedish

oudheid:

oudheid [de ~ (v)] nomen

  1. de oudheid
    ålder; livstid; livslängd

Translation Matrix for oudheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
livslängd oudheid bestendigheid; duurzaamheid; levensduur
livstid oudheid mensenleeftijd
ålder oudheid eeuw; epoch; epoche; era; honderd jaar; jaartelling; leeftijd; ouderdom; periode; tijdperk; tijdrekening; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak

Related Words for "oudheid":

  • oudheden, oud

Related Definitions for "oudheid":

  1. de tijd van de oude Grieken en Romeinen1
    • dat stamt nog uit de oudheid1

Wiktionary Translations for oudheid:


Cross Translation:
FromToVia
oudheid antiken antiquity — ancient times
oudheid gammal ancien — Qui exister depuis très longtemps.

oud:


Translation Matrix for oud:

NounRelated TranslationsOther Translations
antik antiek
tråkigt verveling
utsliten slijten; verslijten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- muf
ModifierRelated TranslationsOther Translations
antik antiek; oud; ouderwets
antikt antiek; oud; ouderwets
avslagen muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald
avslaget muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald muf; onfris
fadd muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald muf; onfris
ledsamt muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald afgezaagd; ellendig; helaas; jammer genoeg; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; rot; saai; tot mijn spijt; vervelend
platt muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald geëgaliseerd; mol; plat; vlak
sliten afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen uitgeleefd; uitgesleten
slitet afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen uitgeleefd; uitgesleten
torr muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald droge; droog; leukweg; schraal; schriel
torrt muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald bar; droge; droog; droogjes; leukweg; onbegroeid; regenarm; schraal; schriel
tråkigt muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; verschaald afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langwijlig; lastig; lijzig; log; loom; melig; monotoon; rot; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; stom; suf; vervelend; zonder sfeer
utsliten afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen aan lager wal; afgesloofd; bekaf; doorgesleten; verlopen
utslitet afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; oud; versleten; vervallen aan lager wal; bekaf; doorgesleten; verlopen
åldrad bejaard; oud
åldrat bejaard; oud

Related Words for "oud":


Synonyms for "oud":


Antonyms for "oud":


Related Definitions for "oud":

  1. lang geleden geplukt of gemaakt1
    • dit brood lust ik niet, het is te oud1
  2. wie of wat al lang bestaat1
    • mij opa is 90, dat is heel oud1

Wiktionary Translations for oud:

oud
adjective
  1. oud mens, dier
  2. oud ding, concept
  3. vorige

Cross Translation:
FromToVia
oud gammal; förlegad; använd; utsliten old — of an object, concept, etc: having existed for a relatively long period of time
oud gammal; ålderstigen; åldrig old — of a living being: having lived for relatively many years
oud gammal alt — vor langer Zeit gemacht oder geschehen
oud gammal vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).

Related Translations for oudheid